Storing (Kort verhaal)

(Geschreven in 2016)

Hij begon te trillen, langzaam werd het sterker. Hij werd bang, bang dat hij een paniekaanval zou krijgen. Zweet begon zijn weg naar de poriën te vinden. Het was vroeg in morgen, buiten twijfelde het weer wat het zou gaan doen, zon of regen. Eerst maar eens een kop sterke koffie, misschien zou dat helpen. Hij zette het koffiezetapparaat aan en keek met een doffe blik naar het water dat borrelend door het apparaat liep. Buiten op straat reed een brommer met een kapotte uitlaat langs. Het irriteerde hem, hij zou wel naar buiten willen rennen achter de brommer aan en de berijder een pak slaag willen geven, maar hij liep nog in een badjas, dus dat zou er wat vreemd uitzien. Het trillen werd sterker, was er geen pil tegen deze verslaving vroeg hij zich af. Er waren tegenwoordig klinieken om er vanaf te komen, net als voor andere verslavingen. Mensen werden er ziek van, kregen stress, burn-outs, depressies  en hoofdpijnen. Je zag ook steeds meer mensen met gebogen hoofd over straat lopen, hun blik naar beneden gericht, als zombies. Vooral kinderen die zo door de stad liepen zonder acht te slaan op hun omgeving waren pijnlijk om te zien, zo jong en nu al in de verlammende greep van het middel. Allemaal verslaafden, soms staken ze de straat over zonder te kijken of er een auto aankwam, er was al een dode gevallen. Meerdere auto-ongelukken waren er geweest omdat de bestuurder onder het rijden een dosis moest toedienen. Hij ademde een keer diep, de koffie was bijna klaar. Zou een koude douche niet helpen. Hij liep doelloos door het huis, stak uit verveling een sigaret op en bedacht dat in de volgende oorlog een vijand maar één ding hoefde te doen: zorgen dat het middel niet meer te verkrijgen was, iedereen zou in radeloze paniek raken en rondrennen als een kip zonder kop.

De koffie kalmeerde hem een beetje. Hij keek naar het apparaat waar het middel uit moest komen. Nog steeds geen sein op groen en dat duurde nu al drie uur! Een ondragelijk gevoel maakte zich van hem meester, hij begon te hallucineren en kreeg visioenen van ruisende graanvelden en zonsondergangen. Hij dacht aan de endorfine die nu langzaam uit zijn brein aan het verdwijnen was, dat veroorzaakte dat verlammende, paniekerige gevoel van het leven in de realiteit. Hoe lang zou dit nog gaan duren? Stel je voor dat het middel een hele dag of zelfs een hele week niet leverbaar zou zijn! Bij de buren hoorde hij niets vreemds, maar zij zouden toch ook afkickverschijnselen moeten gaan voelen, want bijna iedereen was aan het middel verslaafd. Sommigen kregen het echter via de lucht, dus zij zouden wel toegediend krijgen. Want die gedachte overviel je wel eens, was het middel niet gewoon een slinkse wijze om je rustig te houden. Er is niets zo prettig voor een staat om onderdanen aan een lijntje te houden en ze doen het vrijwillig, je hoeft ze niet eens te dwingen! Het lijntje moet dan wel precies goed zijn. De staat zat natuurlijk achter de knoppen, dat zag je bijvoorbeeld in China waar bepaalde westerse middelen simpelweg verboden zijn, maar ze hadden hun eigen middelen en die werkten nog beter.

Hij keek even naar het kastje of het middel weer beschikbaar was. Niet, dus liep hij naar de douche en liet ijskoud water over zich heen stromen. Zijn gedachten werkten op volle toeren. Zou een andere leverancier wel kunnen leveren? De buren? Na zich aangekleed te hebben begon zijn paniek snel toe te nemen. Hoe moest hij in godsnaam de dag doorkomen: ER WAS GEEN INTERNET!!….

Fotoreportage: Phones 

(C) Copyright Ronald Puma 

De auteur studeerde geschiedenis en aardrijkskunde en heeft voor beide vakken de onderwijsbevoegdheid.
Dit blog wordt geschreven zonder subsidie en/of crowdfunding en is onafhankelijk.

Over Ronald Puma

Fotograaf in Nederland / Photographer in the Netherlands.
Dit bericht werd geplaatst in Columns, cultuur, filosofie, journalistiek, kort verhaal, media, Uncategorized en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie