Het arbeidsbureau van Florida was gezellig. Het was er niet zo druk als in Los Angeles. Daar was het altijd stampvol. Het was mijn beurt voor een beetje geluk, niet veel, maar een beetje. Het was waar dat ik niet veel ambitie had, maar er zou toch ook werk moeten bestaan voor mensen zonder ambitie, ik bedoel beter werk dan ze je gewoonlijk gaven. Hoe kon je nou in hemelsnaam plezier beleven aan een dag waarop je eerst om halfzeven’s ochtends door de wekker werd wakker gemaakt, dan uit bed sprong, je aankleedde, je eten met moeite naar binnen werkte, scheet, piste, je tanden poetste en je haar kamde, en je tenslotte door het verkeer heen worstelde om ergens naar toe te gaan waar je voornamelijk veel geld verdiende voor iemand anders en je bovendien dankbaar moest zijn voor de kans het te mogen doen?
(Uit: Factotum (1984), Charles Bukowski, De Bezige Bij 2006).
Foto: (C)