(Geschreven in 2020)
Een voetbaldeskundige zou ik mijzelf niet willen noemen maar ik volg het een en ander toch in wisselende intensiteit al vanaf de jaren 1970. De massahysterie die nationaal en internationaal is losgebarsten na overlijden deze week van de Argentijnse voetballer Maradona (1960-2020) is echter opvallend. Zonder zijn kwaliteiten in twijfel te trekken is hij naar mijn mening niet de ‘beste voetballer aller tijden’, dat was onze eigen Johan Cruijff (1947-2016).
Maradona is jong gestorven (60), hij kwam uit de arme wijk van Buenos Aires en werkte zich door zijn voetbaltalent omhoog (zoals al die jongeren hopen te doen, het is de enig manier om uit de armoede te komen (ook handel in drugs), maar vrede kon hij niet vinden met zijn talenten en enorme hoeveelheid geld, die hij naar verluid later na zijn carrière spendeerde aan de consumptie van drugs en aan vrouwen (en eten, hij was dik). Als voetballer was hij wat men noemt een pingelaar (dribbelaar) wat in wezen een heel egoïstische manier van spelen is, vooral spelen voor jezelf. Hij kon het echter zeer goed en dat liet hij vaak zien.
De op deze dagen herhaaldelijk getoonde handsbal waarmee Argentinië in 1986 een wedstijd won en die als de ‘hand van god’ de geschiedenis is ingegaan is natuurlijk idioot (hij bleef lang volhouden dat het geen hands was, hoewel iedereen dat had kunnen zien. Sportcommentator Theo Reitsma zag het direct en we kunnen dat ook horen bij het tv commentaar). (Hoorde een doorgaans nuchtere presentator op de radio losgaan en dit allemaal verdedigen). Het bekende filmpje waarbij hij tijdens een warming up (met op de achtergrond het vreselijke nummer Life Is Life) minutenlang een balletje hooghoudt is knap, maar hoort in het circus thuis. Psychologisch gezien bleef hij na zijn carrière een innerlijke wedstrijd spelen die om aandacht en bevestiging ging, een wedstrijd die men nooit kan winnen. Alle drugs en alle vrouwen zullen nooit voldoende zijn om een innerlijke leegte te vullen. Meer voetballers hebben het er moeilijk mee gehad (George Best 1946-2005) (popmusici hebben het vaak ook, ze gaan daarom jong dood (‘Club van 27’). Over zijn vriendschap met dictatoren en maffia zullen we het maar niet hebben.
Voetbal is nieuwe metafysica van het volk, dat zien we door de populariteit bij de massa’s, in de hele wereld. Verwonderlijk is het niet, ik schreef erover in Dossier Voetbal, na de ‘dood van God’ van filosoof Nietzsche is er niets meer over om aan vast te klampen en troost voor een ellendig bestaan met armoede en uitzichtloosheid te halen, voetbal heeft deze leegte opgevuld. De verlossing moet in de moderne tijd van het voetbal komen (ook popmuziek en consumptie zorgen voor (nep)verlossing). Op tv zei een Italiaanse fan, of hij het meende weet ik niet, dat Maradona na drie dagen zou wederopstaan (net zoals Jezus….). Cruijff werd in zijn tijd bij Barcelona ook de ‘verlosser’ genoemd. (Kunst is natuurlijk het beste medicijn voor het leven (maar dit terzijde).
Nee, dan Johan Cruijff, hij groeide op in Amsterdam en zijn talenten werden ook al snel duidelijk. Hij combineerde technisch goed spel (balbehandeling) met inzicht en intelligentie en dit zijn de mensen die een wedstrijd kunnen ‘lezen’, daarom was hij later ook een goede trainer. Het gaat in een wedstrijd (ook, misschien vooral) om de positie die je hebt op het veld als je de bal niet hebt, daar is intelligentie voor nodig, bovendien is het belangrijk niet alleen voor jezelf te spelen, maar ook voor een ander en dat kunnen veel voetballers niet, ook de groten niet, misschien juist de groten niet vanwege de ego kwestie. Ook die heerlijke Amsterdamse arrogantie speelt een rol, voor niets en niemand bang en stronteigenwijs (mijn grootvader (1900-1962) was een Amsterdammer).
Het zogenoemde totaalvoetbal (nieuw in de jaren 1970) ging uit van uitgekiend positiespel/positiewisselingen waarbij het ging om de plaats op het veld van spelers die de bal niet hadden maar wel op elkaar regeerden om zo de tegenstander onder druk te zetten. Cruijff en meestertrainer Rinus Michels hebben er veel mee gewonnen.
Onmisbaar was Amsterdamse lef en arrogantie die heel Ajax in die tijd (jaren 1970) met die generatie had. Want ze waren allemaal goed (Piet Keijzer Sjaak Swart waren ook geweldig). Zo’n tijd komt niet meer terug, alles draait nu om geld net zo als het in de hele maatschappij om geld gaat en de meeste mensen zijn dit gaan geloven en ondersteunen.
De Johan Cruijff mentaliteit is een uitspraak van hem die ik ooit opschreef toen hij een ander team analyseerde: ‘Ze hebben niet iemand die zegt ‘geef mij die bal maar even’. Drukt precies uit wat hij zelf altijd deed, het voortouw nemen en aanvoerder zijn en winnen (niet altijd natuurlijk).
Ook maatschappelijk was hij betrokken en de voetbalveldjes door heel Nederland voor jongeren zijn geweldig.
In 2016 schreef ik Dossier Voetbal (Met Updates) met andere analyses over voetbal en sport als nieuwe religie, maar in 1992 stipte ik dit al aan in ‘De geschiedenis herhaalt zich’.
Zelf ben (was) ik een links- en rechtsbenige voetballer en kon goed een balletje hooghouden, maar helaas is het er door omstandigheden vroeger nooit van gekomen echt te voetballen…
Update 09.12.2022
“Voetbal wordt met het brein gespeeld”, Louis van Gaal op een persconferentie in Qatar waar WK voetbal wordt gespeeld. Van Gaal is een echte vakman, iemand die zijn vak beheerst. Het verbaasd niet dat Rinus Michels zijn voorbeeld was (zie boven).