De vrouw die deze zondagmiddag achter de bar stond begroette iedereen die het café binnenkwam met een luid ‘hallo’ en vroeg direct wat de klant wilde drinken. Tom ging aan de bar zitten en bestelde een ‘Vaasje’, ook wel ‘Amsterdammertje’ genoemd. De vrouw liep naar de tap, tapte het biertje en zette het voor hem op de bar.
‘Even opschrijven’ vroeg ze, ‘of gelijk betalen?’
‘Opschrijven graag’.
‘Heb je geen viltje’, vroeg Tom.
‘Zeker wel’, zei de bardame, ze lachte en pakte een viltje en zette het glas netjes op het viltje met het bierlogo naar hem toe.
‘Bedankt’, zei Tom.
Druk was het niet in het café, er waren ongeveer 25 mannen en vrouwen binnen. Ze zaten allemaal op ruime afstand van elkaar zoals een week eerder gevraagd was, netzo als het verzoek geen handen geven bij een begroeting, maar even met de ellebogen tegen elkaar te stoten.
Over een uur zou er een persconferentie live op televisie worden uitgezonden met belangrijke mededelingen van de regering. Het café was ruim voorzien van beeldschermen die bedoeld waren voor sportwedstrijden die werden uitgezonden. Vanmiddag was er een honkbalwedstrijd te zien. Tom interesseerde het niets en hij keek door het raam naar buiten waar het bewolkt maar droog weer was.
Een man met een hondje kwam binnen en ging aan de bar staan en bestelde een groot glas Guinness bier. Hij zag er fris geschoren uit en had een blauw overhemd aan. Het hondje liep door de hele zaak heen, snuffelde overal even aan en kwam terug naar zijn baas, keek omhoog en kwispelde met zijn staart.
‘Ben benieuwd wat er straks gezegd gaat worden’, zei de man
‘Zeker’, zei Tom, ‘zal wel een week of drie gaan duren met die coronapandemie’ en hij nam een slok van zijn bier. Hij had zin in een sigaret, maar roken aan de bar mocht niet meer, bovendien was hij gestopt met roken, maar op dit soort momenten kwam zijn verlangen naar een saffie terug. Het had hem veel moeite gekost om te stoppen, want roken is lekker. Je mocht het niet zeggen in deze tijd van gezondheidsmanie, maar zo zag hij het. Nadat hij 3 jaar geleden gestopt was, ‘cold turkey’ zoals dat heet, van de ene dag op de andere, was hij 2 maanden verkouden geweest.
Op de achtergrond stond er zachtjes muziek aan en achter in het café liepen twee meisjes om een poolbiljart heen. Af en toe verdween er iemand een rookhok in om een sigaret te roken, binnenkort zou ook dat verboden zijn.
‘Is het niet een kwestie van vrijheid en je eigen keuzes maken of je je eigen gezondheid wil verpesten’, vroeg Tom zich af. Hij bestelde nog een biertje. De barvrouw zette het biertje voor zijn neus.
‘Hoe laat is die persconferentie’, vroeg Tom.
‘Om half zes’, zei de barvrouw, ‘over een half uur’ voegde ze er aan toe.
‘Ok’ zei Tom.
Buiten miezerde het inmiddels.
De man met het hondje vertelde over zijn schildersbedrijf en hoe druk hij het had, iedereen wilde in het voorjaar zijn huis geschilderd hebben.
‘Nou, ik heb niet veel meer te doen’ zei Tom, ‘fotografie als beroep is afgebroken er is geen droog brood meer mee te verdienen, daarom ben ik al een half jaar schoonmaker van een kantoor, inclusief de wc’s’ benadrukte hij en vervolgde: ‘gelukkig heb ik mijn boeken gemaakt, want dat was altijd mijn doel, 30 jaar lang, maar tegen de maatschappij kun je niet op’. Hij bestelde nog een biertje. Nadat het glas op de bar gezet was vervolgde hij: ‘tegenwoordig moeten mensen als pionnetjes heen-en-weer geschoven worden, dat noemen ze flexibel zijn, van het ene werk naar het andere. Het probleem is dat het aantal mensen dat ‘flexibel’ moet zijn’, hij hield zijn handen in de lucht en maakte het aanhalingstekengebaar, ‘steeds groter wordt en anderen zekerheid hebben met een vaste baan en een normaal leven en dat zijn dan de mensen die zeggen wat een ander moet doen’. Hij zuchtte en keek naar buiten, de schilder zei niets en keek voor zich uit naar de wand achter de bar waar een grote hoeveelheid flessen sterke drank stond te pronken.
De tv werd harder gezet en op het beeldscherm verscheen de minister van medische zorg. Hij stond achter een katheder, naast hem stond de minister van onderwijs en hij begon als eerste te speken. ‘Alle basisscholen, middelbare scholen, mbo-scholen en kinderopvanglocaties gaan vanaf maandag dicht, in ieder geval tot en met 6 april’.
De minister van medische zorg was daarna aan het woord en zei: ‘Alle horeca gaat vanaf zondag 18:00 dicht tot en met 6 april.’
Iedereen in het café staarde naar het scherm en begon te roepen van verbazing. Dat is nu direct! Drie weken geen café, dat is lang.
‘Nou, doe dan snel nog maar een biertje’ zei Tom.
De barvrouw tapte voor iedereen die dat wilde een glas vol en plaatste dat op de bar.
‘Kunnen jullie direct even betalen’ vroeg ze, ‘we gaan zo sluiten’ en ze pakte een mobiel scanapparaat en ging bij iedereen langs. Tom pakte zijn betaalpasje en hield hem voor de scanner.
Het was inmiddels vijf voor zes en een collega van de bardame die was opgeroepen ruimde haastig de stoelen op. Verbouwereerd stonden de overgebleven aanwezigen in het café, anderen waren al snel naar huis vertrokken.
Tom was een van de laatste die naar buiten ging.
‘Tot over drie weken!’ riep hij.
Er stonden 5 mensen op de stoep voor het café.
‘Ik weet niet wat ik hiermee aanmoet’, zei Tom, de anderen die buiten stonden knikten met hun hoofd, maar zwegen. Een van hen draaide een sigaret.
Er viel inmiddels gestage regen, de lucht was donker geworden. Tom groette en liep haastig richting het treinstation. 3 weken geen kroeg, dacht hij, wat moet je in vredesnaam op zondag doen. 3 weken is maar 3 weken probeerde hij zichzelf op te monteren.
Het was zondagmiddag kwart over zes op deze 15e maart 2020, Tom vroeg zich af waar het allemaal toe zou leiden. Op weg naar het treinstation zat een haveloze zwerver op een bankje onder het afdakje van een leeg busstation. Hij had een blikje bier in zijn hand en lachte hard waardoor je zijn tandeloze mond kon zien. Hij wist nog van niets en dat was misschien maar goed ook.
© Tekst en foto Ronald Puma
Geschreven op 1 juli 2020.
Iedere overeenkomst met bestaande personen of plaatsen berust op toeval.
